Ja, ook wij zijn met vakantie geweest.
naar de plek waar we vele herinneringen hebben
van vroeger, toen we als gezin en samen met familie
jaren achtereen daar zijn geweest.
Het was heel fijn om terug te zijn, ook nu weer
waren we samen met de familie.
Op ong. 10min. van elkaar af!
We hadden een caravan gehuurd en ons uitzicht was op
de 1.189 M. Hoge berg genaamd ‘de Simmering’
Dat was de berg waar vroeger mijn man en zoon van 12j.
en verder nog andere leden van de familie omhoog
zijn gewandeld tot aan het hoogste kruis.
Een hele klim hoor!
Geweldig om dat na jaren terug te zien!
We zijn ook op andere plekjes terug geweest,
zoals in Oetz, een heel mooi toeristisch dorp,
waar we ook geregeld gingen uiteten.
We zijn daar met de cabine naar boven gegaan
(vroeger deden we dat wandelend)
en vanaf daar zijn we naar de Bielerfelder hütte gewandeld
nog steeds een flinke klim,
zeker als je de jongste niet meer bent.
Maar je word wel beloond als je eenmaal boven bent,
wat een geweldig uitzicht, prachtig!
Je word er even helemaal stil van en kijkt vol
bewondering naar God’s schepping.
We hebben ook veel “plat” gewandeld zoals ik dat
noem, in de prachtige omgeving van Umhausen.
Zelfs in de regen was het fijn wandelen
We zagen er zelfs een beetje wazig van! LOL
Ook zijn we weer naar Kühtai geweest, waar het
‘s winters een druk ski -gebied is maar in deze tijd
erg rustig maar zo ontzettend prachtig!
Zo ook deze Alpenroosjes!
We kwamen een meneer tegen, waar we mee
aan de praat kwamen, hij verzorgde in de zomertijd
voor ong. 50 boeren hun koeien, die boven in de
bergen lopen, van water en voer.
‘s Winters gaf hij skilessen aan klein en groot en
dit was z’n zomerse taak.
Al met al was het een fijne vakantie herinnering
en tevens een afsluiting in dit gebied van Oostenrijk!
Zomermorgen in de bergen.
Soms denk ik: God moet op de hoge bergen wonen
tussen de wolken en de witte sneeuw;
elk van die toppen is een van de tronen
vanwaar Hij op ons neerziet, eeuw naar eeuw.
De steile wanden dragen sporen van Zijn voeten,
de blauwe lucht omhult Hem als kleed,
de donk"re dennenbomen, die eerbiedig groeten,
staan als tot eindeloos gebed gereed,
het snelle water,dat zich langs de rotsen kronkelt,
of plotseling bruisend naar beneden stort,
wordt vloeibaar goud wanneer het zonlicht erin fonkelt,
waarmee Gods grote naam geschreven wordt.
Hier kan ik eindeloos de wijde stilte drinken:
‘t rumoer der wereld dringt niet tot mij door,
maar soms hoor ik van ver een kerkklok klinken,
dan is het, of ik engelen zingen hoor.
gedicht van Nel Benschop