Ik heb dit in 1991 opgeschreven tijdens
een wandeling in Haimbach.
Sta stil en let op Gods wonderen. [Job:37:14b.]
~~~~~~~
God is almachtig.
Ik heb Zijn machtige daden gezien en
er met bewondering naar gekeken.
God is zo groot, dat wij ons van Hem geen
voorstelling kunnen maken.
Alles om me heen vertelt van Zijn grootheid.
Kijk ik s’ avonds naar de sterrenhemel
zij vertellen me van Uw grootheid en glorie,
iets wonderlijks.
Ik kan het niet verklaren, maar ik weet U leeft.
Zie ik verder om me heen.
De bergen fluisteren zachtjes Uw naam.
O, hoe schitterend tegen het zonlicht,
zo majestueus, zo groots.
U, die de bergen vast zet door Uw kracht,
God zij de heerlijkheid en macht.
Wie laat de dieren in de bossen en de bergen lopen?
Zij lachen om het lawaai van de stad,
en het geschreeuw van de mens.
De bergweiden zijn hun grasland, daar zoeken
zij naar groene blaadjes.
De bloemen geuren geuren Uw aanwezigheid,
in verscheidenheid van kleuren.
Alles vertelt van Uw grootheid en van Uw eer.
Begrijp je hoe de wolken zo volmaakt kunnen zweven?
Het is het wonderlijke werk van de Almachtige.
Hij vangt de regendruppels op en zeeft als regen uit de damp.
Zo valt de regen uit de wolken naar beneden.
De vogels willen zeggen met hun lied:
"Hij vergeet zelfs ons niet",
Wij zingen in een koor, tot lof en eer voor Hem, die ons hoort".
Laat mij leren Heer, van die kleine vogels,
dat mijn lippen niet zullen zwijgen om U te eren.
De wind hoor ik zacht ruisen in de bomen,
en ik loop maar te dromen,
over het wonder van Uw schepping.
Het is Uw genade dat ik dit zo mocht ervaren.
Laat het zo zijn dat ik dit diep in mijn hart mag bewaren.
Ik wil de Heer voortdurend prijzen;
mijn mond moet steeds overlopen van Zijn eer.
[ Ps. 34:2]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten