Ik wist van aanpakken, zeiden ze,
handen uit de mouwen
zij laat nooit de moed zakken, zeiden ze.
Iemand waarop je kan bouwen, zeiden ze.
De schouders er onder, zei ik en boog diep, nog dieper.
Niemand leeft zonder een kruis te dragen, zeiden ze,
en ik liep er al die tijd gewoon mee door,
ik had wat onder de leden, zeiden ze,
het gaat wel weer over, zei ik.
Maar het zat dieper ik liep er uiteindelijk op vast
onder de last van mijn onvoltooid verleden,
ik ben uitgegleden.
Ik ben vergroeid met het verlangen en de wensen
van de mensen om mij heen geboeid
door Jan en alleman, mijn oor te leen
mijn handen en mijn hart stond open,
ik heb de benen uit mijn lijf gelopen.
Ik zou je dragen weet je nog?
Ik zou er altijd voor je zijn heb ik gelogen.
Ik hield me groot veel groter dan ik was.
Ik heb het niet gered.
Onder druk gezet ben ik gebogen in elkaar gedoken
gekrompen kleiner veel kleiner dan ik ben.
Ik heb me zelf belast met dit zelfgemaakte kruis
vast gepind op verwijt en zelfbeklag en
wanneer ik aan de lijve ondervind dat
wat je af wil schudden, zich sterker aan je bindt
dringen verbeten splinters in mijn huid
en groeien aan mij hart.
Te lang heb ik begraven woede onder
lagen van verdriet.
En verdriet verpakt in vrolijke kleuren van;
"let maar niet op mij"
het gaat goed zoals je ziet.
Maar het gaat niet goed , zoals je ziet.
Zo sta ik met mijn rug tegen de muur van
mijn geestelijke failliet.
Moe ben ik, zo moe. Na al dat heilig moeten,
leg ik mijn hoofd in m'n handen,
en zie alleen nog bodemloze grond onder mijn voeten.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
"Dochter zei Hij "
toen hij mij schouder raakte
waar was je al die tijd?
Ik heb geen zin om te praten, U moet mij maar laten gaan.
Er zijn anderen die U vast harder nodig hebben.
Ik ben U maar tot last, Ik ben bang dat ik ............
En of ik wil of niet welt m'n verdriet omhoog met geweld
houd ik me in en vecht m'n ogen droog.
Ik laat me niet kennen niet nu. Nu niet.
"Ik ken je, zei Hij.
Ik heb je gezien, Ik heb je gevolgd.
Als Hij mij zo kent, waarom verzwijgt Hij
dan mijn schaamte en mij schuld?
Alles wat in me is gebogen, staat Hem scherp voor de ogen.
Hij zei:
Je lasten heb Ik in me omgedragen,
Jou vragen zijn met Mij verweven.
Als antwoord heb ik me gegeven aan jou.
O ja, je schuld heb ik begraven.
Het is raar,
maar Ik ben vergeten waar.
En je tranen zijn niet onopgemerkt aan Mij voorbij gegaan.
Ze hebben Mij geraakt, een voor een bewaard.
Als parels bij elkaar gespaard.
Een kroon waarmee je word getooid,
wanneer je verleden is voltooid.
Want Ik heb het dagelijks geleden aan je versplinterde bestaan.
Ik heb je niet verlaten, Ik hing je aan,
vastgepind op jou woede en verdriet,
je bitterheid, dronk Ik zonder verwijt .
Elke dag zocht Ik naar wegen om uit te leggen,
om je te zeggen: dat Ik van je houd.
Want Ik houd van jou. Ik houd van jou.
Maar Ik heb gezwegen totdat jij je verhaal aan Mij vertelt.
Ik kijk op, en Hij?
Hij lacht, Hij lacht mijn lasten licht als lucht.
En zingt mijn woede op de vlucht.
Sta op zegt Hij.
Je bent genodigd op mijn feest.
Ik kom, schoorvoeten kom ik dichterbij.
Hij richt me op en buig mijn kromme wegen
om mij gratie te verlenen.
Mijn genade geneest" Heeft Hij gezegd
Dit gedicht van Michiel Gouma beschrijft
mijn leven zoals het is geweest!
1 opmerking:
Wat een intens gedicht.
Een reactie posten