Het vriest dat het kraakt.
Pas tegen de avond is het opgehouden
met sneeuwen.
Nu ,in de nacht, is de hemel helder,
de sterren
fonkelen als diamanten.
Er hangen grote, glasheldere ijspegels aan de dakranden.
De straat is hier en daar spiegelglad.
En het laagje ijs knispert, als er een auto over heen rijdt.
Het is zelfs zo koud dat de egel wakker van word.
Hij hield zijn winterslaap onder een stapel houtblokken.
Hij draait zich om, rekt zich uit,
voelt de koude wind
en
springt overeind.
Dan besluit hij een wandeling te gaan maken.
Lijkt je dat dom bij deze kou?
Dat is het juist niet!
Hij heeft precies op tijd gemerkt,
dat hij in beweging moet komen
om niet te bevriezen.
Dus kom op meneer egel! Een -twee, een -twee.
Dapper trippelt hij over de bevroren sneeuw.
Hij is nog wel erg slaperig,
maar dat gaat zo over in deze kou.!
Het is maar goed,dat hij op tijd wakker werd.
word vervolgd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten