Want Gij hebt mijn nieren gevormd,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U,
omdat ik gans wonderbaar ben toebereid,
wonderbaar zijn uw werken;
mijn ziel weet dat zeer wel.
Mijn gebeente was voor U niet verholen,
toen ik in het verborgene gemaakt werd,
Uw ogen zagen mijn vormloos begin;
in uw boek waren zij alle opgeschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten